Monthly Archives: April 2019

Eerlijk zullen we alles delen

Dit is de derde blog in een serie van vier over de combinatie van een gezin en betaald werk.

Zolang er een kind onder de 6 jaar is, zijn de opvoeding en het huishouden samen een full time taak. Het verdienen van een inkomen is dat ook. Twee full time taken voor twee mensen kunnen op elke gewenste manier worden verdeeld. Zodra echter meer dan 1 werkweek betaald gewerkt wordt, overstijgt dat de beschikbare tijd. Die moet dus gekocht en betaald worden (door opvang, huishoudelijke hulp etc.)

Bij veel paren is het bedrag dat vader per uur buitenshuis kan verdienen hoger dan wat moeder per uur kan verdienen.[1] Dit leidt dan tot de financieel voordelige verdeling van buitenshuis en binnenshuis werken waarbij vader veel meer uren betaald werkt dan moeder. De roemruchte 1,5 inkomen situatie. Of nog sterker, er wordt gesteld: “Ga jij maar niet werken, want wat je verdient, gaat toch (grotendeels) op aan vergoeding voor kinderopvang/huishouden.”

Dit is niet eerlijk delen, dit is zoveel mogelijk verdienen als economische eenheid (gezin). Indirect verdient moeder nu ook evenveel als vader: immers zij doet de full time taak die niet rechtstreeks met geld wordt beloond, waardoor vader zijn uren kan werken.

Wat is wel eerlijk delen? Er is één taak,  die 40 uren werk vergt verspreid over 24/7, maar niets handje contantje oplevert. Het is echter een heel belangrijke gezamenlijke taak: het opvoeden van kinderen (en daar hoort het huishouden bij). Eerlijk is dan :ieder voor de helft verantwoordelijk. Inkomen verdienen is ook één full time taak: ieder voor de helft verantwoordelijk.

De uren die vader betaald werkt in de tijd dat hij verantwoordelijk is voor de thuistaak, moet hij zelf voor vervanging zorgen. Hij betaalt dus de oppas, huishoudelijke hulp of wat hij maar nodig acht en zorgt ook dat die er is. En voor moeder geldt hetzelfde. Ook zij kan kiezen om haar halve week thuistijd uit te besteden. Als ze samen besluiten dat hij zijn vrouw inhuurt voor de helft die hij verantwoordelijk is (zij is thuismoeder, hij de enige kostwinner[2]) dan is het eerlijk om dat te laten terugkomen in de verdeling van het inkomen.

Daarbij helpt de nieuwe wetgeving, waarbij  het huwelijk standaard op huwelijkse voorwaarden wordt gesloten. Juist voor niet of weinig betaald-werkende partners kan dit een goede zaak zijn, als je even de moeite neemt om eerlijke voorwaarden te maken. Dat is het geval bij een beding, dat beiden naar rato van het inkomen per maand geld bijdragen aan de gemeenschappelijke huishoudpot. Aan het eind van het jaar moet dan verrekend worden: wat ieder aan verdiend geld over heeft, wordt opgeteld en ieder krijgt de helft. Zo wordt het geld dat de niet-betaald-werkende ouder indirect heeft verdiend, zichtbaar en aan haar uitbetaald, na aftrek van de kosten van levensonderhoud van allen.

Waarom is het belangrijk om hier zo mee officieel en duidelijk mee om te gaan? Je maakt zo je keuzes bewust èn je opvatting over wat eerlijk delen is. Dat voorkómt latere wrok als de consequenties van je keuzes merkbaar worden: heb je veel buitenshuis gewerkt, dan heb je veel gemist van het opgroeien van je kinderen  en als je veel thuis hebt gewerkt,  kan het zijn dat je salaris achter blijft lopen door je deeltijd-carrière.

[1] Soms is het natuurlijk juist andersom of zijn het twee mannen/twee vrouwen. Voor de leesbaarheid bespreek ik maar één verdeling, nl die het meeste voorkomt.

[2] Grappig genoeg zie je tegenwoordig vaak “kostwinnaar” – alsof het een prijs in een loterij is.

Advertisement

Moeder de vrouw: economisch zelfstandig?

Het Sociaal Cultureel Planbureau houdt jaarlijks bij hoeveel mensen in de arbeidsleeftijd economisch zelfstandig zijn. Daarmee wordt bedoeld: hoeveel procent van de mensen in de arbeidsleeftijd verdient 70% van het minimumloon of meer. (m.i. is meer noodzakelijk maar daar gaat het nu niet over). Met tevredenheid wordt gesteld dat inmiddels 60% van de vrouwen zoveel verdient.  Het overheidsbeleid is erop gericht dat iedereen zoveel moet verdienen. De overheid vindt het nodig dat ook in gezinnen met jonge kinderen beide ouders economisch zelfstandig zijn. M.i. is daarvoor geen onderbouwing. Voor de leesbaarheid ga ik uit van een gezin waar de vader voldoende verdient en de moeder niet.

De redenering achter dit beleid is, dat moeder de vrouw in staat moet zijn om het inkomen van het gezin te verdienen als zij er onverhoopt alleen voor komt te staan. Dat is een verstandige gedachte, echter het is een drogredenering, dat dit alleen bereikt kan worden als zij van meet af aan al zoveel verdient.  Het is vreemd om dat te verlangen op een moment dat deze situatie niet aan de orde is (ze zijn immers samen) èn dat er al twee full time taken zijn (zoals ik liet zien in een vorige blog).  Waar het wel om  gaat is, dat je beiden, indien nodig, voldoende geëquipeerd bent om snel in het arbeidsproces mee te kunnen doen.

Impliciet zit er een aanname achter  het beleid dat beide partners economisch zelfstandig moeten zijn:

Wie zes jaar of langer economisch onzelfstandig is geweest in een klein baantje, kan daarna niet voldoende verdienen. Dit nu is onjuist. Wie deeltijd werkt en haar beroep goed bijhoudt, kan altijd als het nodig is het aantal uren uitbreiden, althans als er vraag naar is op de arbeidsmarkt. Neem het voorbeeld van een basisschool docent: wie nu twee dagen per week werkt, wordt met open armen ontvangen zodra hij/zij meer wil werken. De crux zit dus in de arbeidsmarkt en niet in de economische zelfstandigheid.  Al die jaren betaald werken met nog jonge kinderen beschermen niet tegen de grillen van de arbeidsmarkt: je loopt altijd het risico werkloos te worden.

Kunnen moeders de vrouw die helemaal geen betaald werk hebben gehad tot de jongste 6 is, daarna voldoende verdienen? Dat is lastiger. Ze hebben geen ervaring op gedaan en hun vak niet bijgehouden. Dan is het dus van belang dat zij – vanaf dat de jongste 6 is of zodra het nodig is – een zetje krijgen om dat in te halen.  Daarvoor is nodig dat gespaard is (wie dat sparen doet, de overheid, de werkgevers of de gezinnen zelf is een discussie apart) om weer up-to-date te worden of om te scholen. Er moet voldoende geld zijn voor een (spoed)opleiding èn om haar thuis te vervangen terwijl ze de opleiding volgt.

Er zijn veel goede redenen waarom beide partners betaald werk  willen hebben. Echter de noodzaak tot economische zelfstandigheid van beiden is niet één van die goede redenen. Wat wel één van de (financiële) redenen is om beiden betaald te werken: twee lagere inkomens zijn voordeliger bij de inkomstenbelasting dan één hoger inkomen.