In de politiek en dus in de media struikel je over begrippen als burgerinitiatieven, participatiemaatschappij en mantelzorg als antwoord op de steeds groeiende behoefte aan zorg en ondersteuning van ouderen, zieken en gehandicapten. Verder ontwikkelt zich steeds meer een deeleconomie als duurzaam alternatief voor de consumptiemaatschappij. In Amsterdam zijn de stadsdorpen een interessante combinatie van beide. In de ene buurt na de ander staan enkele mensen op die (vrijwillig) op zich nemen om in hun buurt een stadsdorp te organiseren.
Een stadsdorp is een initiatief van en voor bewoners in een buurt met het doel modern nabuurschap te bewerkstelligen. Dat is in Amsterdam niet vanzelfsprekend zoals in bijvoorbeeld de Achterhoek, waar het naoberschap al eeuwen bestaat. Het uitwisselen van diensten en spullen past in de tijd van delen en ruilen, herstellen en recyclen.
Alle stadsdorpen hebben twee pijlers om hun doelstelling te bereiken. Ten eerste worden door en met buurgenoten activiteiten georganiseerd. Voordat je elkaar in tegenspoed kunt bijstaan, is het prettig om elkaar in voorspoed te leren kennen. Een dorp in de stad, een tegenwicht tegen de anonimiteit. Maar wie een stadsdorp een goed idee vindt en geen activiteiten kan of wil doen, is evenzeer welkom.
Verder kennen alle stadsdorpen binnenbuurten. Een binnenbuurt bestaat uit 20-40 mensen uit een of enkele straten. Zij spreken af om elkaar te steunen als de nood aan man of vrouw komt. Dit is de concrete uitwerking van naoberschap. Je kunt een binnenbuurt beschouwen als een verzekering in natura. De premie die je betaalt, is de hulp die je indien nodig verleent aan elkaar. En net als bij een brandverzekering, ben je maar al te zeer bereid premie te betalen, terwijl je hoopt nooit een uitkering van de verzekering nodig te hebben.
Zelf ben ik ook een van de initiatiefnemers van een stadsdorp, namelijk stadsdorp VondelHelmers. Het is een groot avontuur. Allereerst natuurlijk de vraag of in mijn buurt wel belangstelling zou zijn voor een stadsdorp? Die vraag kan ik – na bijna anderhalf jaar – positief beantwoorden, want het aantal deelnemers groeit gestaag. Maar als er deelnemers zijn, wat willen we dan? En hoe organiseer je dat? Dat wordt al doende door de deelnemers bepaald en georganiseerd.
Gelukkig staat niemand er alleen voor. De stadsdorpen hebben onderling contact. De initiatiefnemers van alle stadsdorpen komen twee maal per jaar bijeen om van en met elkaar te leren. Dan blijkt dat in grote lijnen de doelen wel gelijk zijn, maar dat er grote en interessante verschillen tussen alle stadsdorpen zijn in de uitwerking. Die verschillen komen voort uit verschillen tussen de buurten, maar ook uit verschillen tussen initiatiefnemers.
In een volgende blog zal ik nader bespreken hoe zo’n binnenbuurt werkt of kan werken. Wie nu al nieuwsgierig is geworden naar de stadsdorpen, kan op stadsdorpenamsterdam.nl terecht.